De Alpen. Ze zijn overdag al mooi, maar als alle mensen langzaam hun weg naar het dal zoeken en de natuur zich voorbereid op de nacht, wordt het pas magisch. Kamperen in de bergen, met eigen tent, is niet toegestaan. Bivakkeren en in schuilhutten slapen mag wel. Op een droge zonnige dag in het zuiden van Duitsland weet ik dus wat me te doen staat: ik ga slapen op de top van de Benediktenwand

De zomer als beste jaargetijde voor kamperen op hoogte
Het is hoogzomer als ik neerstrijk in de Zuid-Duitse plaats Herrsching, iets ten zuidwesten van de Beierse hoofdstad München. Herrsching is omgeven door natuur en ligt op een steenworp afstand van de Alpen. En daar ben ik graag: de natuur is als een magneet en hoe meer ik ervan heb, des te beter voel ik me. De Beierse Alpen zijn een plek naar m’n hart: ik heb er huttentochten gedaan, geklommen en geskied. Maar altijd zocht ik ’s avonds de luxe op van een stevig dak boven mijn hoofd.
Dat kan anders. Ik weet dat kamperen niet mag in de bergen en dat ik niet zomaar ergens een tentje op kan zetten. Maar bivakkeren, dat mag wel. Dus zo speur ik het internet af naar geschikte schuilhutten waar ik mijn kamp op kan slaan.
En ineens heb ik het: op de top van de Benediktenwand staat een schuilhut. Hij is spartaans, maar het is precies wat ik zoek. De Benediktenwand heb ik al twee keer beklommen. Het uitzicht is fenomenaal. Je hebt direct zicht op de Zugspitze en je ziet de ruige toppen van het Karwendelgebergte.
Wachten op mooi weer
In de zomermaanden kan het weer in de bergen onstuimig zijn en met het warme juniweer ligt er altijd onweer op de loer. Ik kijk al dagen naar de weersvoorspellingen, maar word er niet wijzer van. Er is iedere dag wel kans op onweer.
Op een warme zonnige dag besluit ik dan toch te gaan. Ik pak m’n spullen in: alles wat ik nodig heb om te kamperen, minus een tent. Bepakt met slaapzak, matje en voldoende proviand rijd ik naar Benediktbeuern. Ik ben klaar voor het avontuur.

Op naar de top
De weg naar de top verloopt door bosrijk gebied. De schaduw doet goed, want het zweet gutst van m’n voorhoofd. Begeleid door een strakblauwe lucht bereik ik de Tutzinger Hütte. Het is nog een uur naar de top van de Benediktenwand en ik besluit nog wat te rusten en te eten voordat ik mijn weg vervolg.
Voordat ik ga klets ik nog kort met de waard. Ik wil weten of het veilig is om vandaag op de top te ‘kamperen’. Niemand kent het weer in de Alpen beter dan de huttenwaarden. Met een snelle blik naar de hemel verzekert hij mij dat het veilig is: ‘als je nu gaat lopen ben je voor het onweer in de schuilhut, waar het veilig is’, aldus de waard.


Is deze vorm van kamperen echt wel veilig?
Met de woorden van de waard in m’n achterhoofd ga ik op pad. De lucht is nog steeds strakblauw, maar als ik eenmaal aan hoogte win en de zuidelijke hemel zichtbaar wordt, zakt de moed me in de schoenen. De lucht is inktzwart, en het komt allemaal mijn kant op.
Snel door dus, en gelukkig bereik ik veilig en wel de schuilhut. Het kamperen kan dus beginnen: ik rol mijn matje en slaapzak uit en doe de deur dicht. Daarna breekt letterlijk de hel los boven me.
Een uur lang gaat het tekeer: hagelstenen zo groot als pingpongballen, onweer en bliksem teisteren de Benediktenwand en mijn schuilhutje, die wiebelt door de heftige wind. Maar dan trekt het onweer weg en kan ik eindelijk naar buiten.
Magie op hoogte
Wat zich dan volstrekt laat zich eigenlijk maar moeilijk beschrijven. De inktzwarte lucht heeft plaatsgemaakt voor opklaringen. De regen heeft de wereld om mij heen schoongespoeld. De zon laat zich zien, de mist in de dalen trekt op. Het zicht is zo ontzettend kraakhelder.
De machtige westflank van De Zugspitze wordt zo fel verlicht door de zon, dat de pilaren van de Zugspitzegondel oplichten. Het tafereel voor me lijkt wel een schilderij, waarbij de kunstenaar heel precies de mooiste plekken van het doek van zijn helderste penseelstreken voorziet.
Het is inmiddels avond en de zon gaat langzaam zakken. Het mooiste moment van de dag breekt aan en ik beleef hem op de top van een berg. Ik ben helemaal alleen, er is niemand, maar dan ook helemaal niemand in de wijde omtrek te bekennen. Ik vang het moment met m’n camera en waan me voor even de Koning te rijk.

Morning has broken, het kamperen is ten einde
Mijn eerste nacht kamperen op hoogte gaat niet de boeken in als mijn beste nacht ooit. Het waait hard, en hoewel het hutje solide is, schudt het aan alle kanten. Dus zo word ik met het ochtendgloren weer wakker. Ietwat groggy zet ik koers naar de Tutzinger Hütte, waar ik hopelijk een ontbijtje kan scoren.
Plots wordt mij echter de weg versperd. Steenbokken beletten mij om verder te lopen. Overdag zijn het schuchtere dieren en houden ze zich schuil. Ze worden echter niet voor niets de Koningen van de Alpen genoemd en dat laten ze me ook blijken: ik mag er niet langs.
Geduldig wacht ik tot ze elders gaan grazen en zet ik mijn tocht voort. Eenmaal bij de hut aanbeland vertel ik in geuren en kleuren over mijn avontuur. Ik heb er geen spijt van gehad. Sterker nog, ik kan niet wachten om snel weer dezelfde magie te ervaren en me onder te dompelen in het kleurenspel van moeder natuur.
Nieuwsgierig?
‘Kamperen’ op hoogte is niet voor iedereen weggelegd, maar het is absoluut onvergetelijk. Wil jij ook zo’n mooi artikel voor jouw website, magazine of regio? Dat kan! Neem contact op en ervaar meer.
