Ingesloten tussen Beieren, Tirol, Zwitserland en het piepkleine Liechtenstein ligt misschien wel de mooiste deelstaat van heel Oostenrijk: Vorarlberg. Deze deelstaat is een waar outdoor walhalla en er is voor ieder wat wils. Groene bergen, gletsjers en authenticiteit: je vindt het er allemaal. Maar ondanks dat de deelstaat relatief klein is, is de keuze er nog steeds reuze. Waar moet je precies zijn? In dit artikel leggen we je het uit.
Klein, divers en duurzaam
Vorarlberg is de meest westelijke deelstaat van Oostenrijk. Het ligt ingeklemd tussen een drietal mede-alpenlanden. In het westen vormt de Rijn de natuurlijke grens met Zwitersland, terwijl in het Oosten de Arlbergpas de grens vormt met de deelstaat Tirol. Tussen deze twee natuurlijke grenzen vind je een overdaad aan wandelpaden, pistes en onaangeraakte natuur.
Vorarlberg is bij de Nederlandse toerist misschien wat minder bekend. Buurman Tirol heeft wat dat betreft zijn zaakjes beter voor mekaar, maar hier viert massatoerisme dan ook hoogtij. Vorarlberg is er voor de toerist die op zoek is naar rust en oorspronkelijkheid. In deze deelstaat ligt het tempo namelijk net iets lager en zijn de bewoners van de dalen net wat vriendelijker en gemoedelijker. Tot rust komen is in dit gedeelte van Oostenrijk helemaal niet zo moeilijk.
Maar waar moet je zijn op deze prachtige plek? Er zijn namelijk voldoende dalen te vinden die een bezoekje waard zijn. Hieronder leggen we je uit van welke plekken jouw hart sneller gaat kloppen.
De Walgau: kloppend hart van Vorarlberg en de toegangspoort naar de Alpen
De meeste mensen rijden Vorarlberg binnen vanaf de Bodensee en de hoofdstad Bregenz. Het relatief drukke Rijndal moet eerst doorkruist worden om de Walgau te bereiken. Dit dal, dat ten oosten van het pittoreske Feldkirch begint en doorloopt tot het hart van het dal Bludenz, is de toegangspoort naar de vele dalen die Vorarlberg kent. Zo bereik je vanaf Bludenz maar liefst vier vakantieregio’s: het Brandnertal, het Montafon, het Klostertal en het Grosses Walsertal.
De Walgau wordt nog weleens overgeslagen, maar dat is niet terecht. Er is namelijk voldoende te doen. Eén van de bekendste toppen in de Walgau is de Hoher Frassen. Met de Muttersberg kabelbaan is een wandeling naar de top van deze berg een peulenschil. Je krijgt er een fantastisch uitzicht over Bludenz en de aangrenzende dalen gratis bij.
Een stukje hemel in de Walgau
De Walgau is een relatief dichtbevolkt gebied, vergeleken met de andere dalen in Vorarlberg. Toch is er nog één groot deel van het gebied verlaten. Diep verscholen in het Gamperdonadal ligt er een idyllische alm die alleen met de bus of te voet te bereiken is. Het is er zo mooi, dat het een passende naam heeft gekregen: de Nenzinger Himmel.
Een prachtige plek om te bezoeken, de Nenzinger Himmel kun je eigenlijk niet overslaan als je in Vorarlberg bent. Je kunt er ook overnachten. Bijvoorbeeld in Alpengasthof Gamperdona of in één van de vakantiehuisjes. Vanaf hier starten er ook talrijke wandelingen dieper het gebergte in. Wat dacht je bijvoorbeeld van de Hirschsee, aan de voet van de Panüelerkopf of de Pfälzer Hütte, aan de voet van de Naafkopf.
Het Grosses Walsertal: daar waar Vorarlberg het duurzaamst is
In de 13e eeuw trok er een volk weg uit het Zwitsere kanton Wallis en sloeg zijn kampen op in een dal ten noorden van Bludenz. Het Grosses Walsertal was geboren, en de nakomelingen van dit oorspronkelijk Zwitserse volk wonen nog steeds in het dal.
Het dal behoort tot één van de mooiste plekken van Vorarlberg. Wie vanaf Ludesch via de Raggalerstrasse het dal inrijdt wint langzaam aan hoogtemeters. Vanaf Raggal, gelegen op 1.000 meter, heb je uitzicht op de beroemde Walserkamm. Vanaf daar slingert de weg verder, helemaal tot aan de wintersportplaats Damuls.
Het groenste dal van Vorarlberg
Het Grosses Walsertal is een dunbevolkt gebied met ongeveer 3.500 inwoners, die verdeeld wonen over de verschillende dorpen. Het dal is een zogenaamd Unesco Biospharenpark. dat betekent dat de natuur hier voorrang krijgt. Zo wordt er op een biodynamische manier landbouw bedreven. Het dal kenmerkt zich door de groene alpenweides en groene toppen. Daarnaast is maar liefst 20 procent van het dal beschermd gebied.
Er zijn zoveel prachtige plekken in dit gebied voor mooie wandelingen, dat een paar alinea’s niet voldoende zijn. De mooiste wandelingen vind je in het oosten van het dal. Het Gadental behoort tot één van de meest verlaten plekken van het Grosses Walsertal, en is ook meteen het grootste natuurgebied. Een korte wandeling naar Bad Rothenbrunnen is altijd de moeite waard, maar de meer geoefende wandelaar loopt door tot de Göppinger Hütte.
Nog meer moois in het Grosses Walsertal
Maar er is meer in dit deel van Vorarlberg. Het schilderachtige Alpe Laguz, alleen te bereiken met de wandelbus, is stiekem misschien wel mooier dan de Nenzinger Himmel. En vanaf deze plek, aan de voet van de hoogste berg van het dal, starten tal van routes. Zo kun je kiezen uit een hike naar bijvoorbeeld de Freiburger Hütte of Alpe Klesenza. Nog mooier: de route rondom de Rote Wand voert je langs de mooiste plekken van heel Oostenrijk.
Zo is er voldoende te doen in het Grosses Walsertal. Jong, oud, beginner of gevorderd, iedereen komt hier tot zijn recht. En hou je niet van wandelen? Neem dan gewoon een keer een duik in de prachtige Seewaldsee.
Het Brandnertal en het Montafon: ruig en veelzijdig
Ten zuiden en zuidoosten van Bludenz liggen twee dalen die stiekem best veel gemeen hebben. Het Brandnertal en het Montafon liggen direct naast elkaar en delen hetzelfde bergmassief: het Rätikon.
Laten we beginnen bij het Brandernertal. Dit dal behoort tot één van de kleinste dalen van Vorarlberg, maar dat zegt natuurlijk niks. Het dal biedt namelijk een keur aan mogelijkheden voor de buitenliefhebber. In de winter kun je in het gelijknamige plaatsje Brand je hart ophalen aan de wintersport, maar ook in de zomer is er voldoende te doen.
Achterin het dal kan de wandelliefhebber zijn hart ophalen. De weg loopt hier dood. Je kunt alleen verder het dal in met de gondel van de Lünerseebahn. De gondel brengt je omhoog naar het prachtige stuwmeer. Vanaf daar starten tal van routes. Een route om het meer is bijvoorbeeld een leuke wandeling voor de beginner. Heen en weer naar de Totalphütte is er voor de wat geoefende wandelaar. En wie echt ambities heeft beklimt de hoogste top van het Rätikon, de Schesaplana.
Alpenmozaïek Montafon: kloppend hart van Vorarlberg
Vanaf het Brandnertal is het niet ver meer naar het Montafon: het meest veelzijdige dal van Vorarlberg. Brand en het Montafon delen hetzelfde bergmassief: het prachtige Rätikon. Vanaf de Lünersee loop je richting het oosten zo het gebied in. Het Rätikon is groen en ruig en herbergt een aantal markante bergtoppen. De Drei Türme is de bekendste, aan de voet van de Lindauer Hütte.
Maar er is meer. Het Montafon noemt zich ook wel het Alpenmozaïek. Dit gebied kent namelijk de grootste geologische diversiteit van de hele Alpenketen. Daarnaast herbergt het Montafon maar liefst drie gebergtes: naast het Rätikon vind je er ook het Silvretta- en Verwallmassief.
De diversiteit op een relatief klein aantal hectares is ongekend. Het Rätikon loopt bijna naadloos over in het Silvrettamassief: een ruig en rotsachtig gebergte met machtige gletsjers. De Silvretta herbergt daarnaast de hoogste top van Vorarlberg: de ruim 3.300 meter hoge Piz Buin.
De natuur op een presenteerblaadje
Het Montafon is, hoe kan het ook anders, een walhalla voor de natuurliefhebber. Met Schruns als kloppend hart van het dal kun je alle kanten op. Skiën in de winter, wandelen in de zomer. De bergbanen van Golm en Schruns brengen je gemakkelijk naar boven zodat je op hoogte kunt genieten van het Verwall en Rätikon gebergte. De Silvretta Hochalpenstrasse brengt je met 34 haarspeldbochten naar de voet van de reuzen van de Silvretta. Zo is er dus voldoende te doen.
Wie meer tijd heeft en getrainde kuiten kan het echter ook over een andere boeg gooien. De drie gebergtes van het Montafon zijn namelijk ook te voet zeer goed te verkennen. Een huttentocht, langs de drie bergmassieven is voor de geoefende wandelaar een absolute aanrader.
Het Klostertal: wintersportwalhalla en wandelparadijs
Het Klostertal strekt zich in ruim 30 kilometer uit van Bludenz tot de Arlberg en wordt geflankeerd door twee bergmassieven: het Verwallmassief ten zuiden en het Lechquellengebergte ten noorden. Dit dal is ongelooflijk sneeuwzeker: doordat de westenwind ongehinderd het dal binnen kan stromen brengt dit vaak neerslag met zich mee. De bekendste wintersportplaats, St. Anton am Arlberg profiteert hiervan.
Gelukkig is het niet alleen wintersport dat de klok slaat. Het Lechquellengebergte kent een aantal prachtige plekken die een bezoekje waard zijn. De Formarinsee, gelegen aan de Freiburger Hütte, is gekroond tot de mooiste plek van Oostenrijk in 2015. Vanaf het startpunt in Dalaas gaat de weg steil omhoog, maar het uitzicht maakt alles goed.
Aan de overkant van het Lechquellengebergte ligt een bijzonder gebied: het Verwall massief. Het is geologisch gezien één van de meest bijzonder gebieden van Vorarlberg. Het Verwall is namelijk een hoogveen gebied en wordt daarom ook goed beschermd. Het gebergte kent meerdere vennetjes en meertjes, waarvan de Wiegensee en de Langensee de bekendste zijn.
Slapen kun je er natuurlijk ook, in één van de vele berghutten. De Neue Heilbronner Hütte bied je bijvoorbeeld een prachtig bergpanorama. Naast de Neue Heilbronnen Hütte zijn de Konstanzer Hütte en Neue Reutlinger Hütte zeker ook een bezoekje waard.
De vreemde eend in de bijt: het Kleinwalsertal
De titel zegt het eigenlijk al: binnen Vorarlberg heeft het Kleinwalsertal een status aparte. Dit dal is vanuit Oostenrijk namelijk niet te bereiken. Tenminste, als je met de auto of het OV wenst te reizen. Het Kleinwalsertal bereik je alleen vanuit Duitsland. Bijkomend voordeel voor de Nederlander: het is relatief goed te bereiken.
Het Kleinwalsertal is relatief klein, maar daardoor niet minder interessant. Voor de beginnende wandelaar is dit dal ideaal: er zijn tal van bergbanen die je naar boven brengen. Vanaf daar starten er een keur aan routes. Ook in de winter is er voldoende te doen in de vorm van wintersport.
Het Kleinwalsertal ontvangt ruim één miljoen bezoekers per jaar. Eén miljoen bezoekers, jaarrond, op een klein stukje grond. Gelukkig kent het Kleinwalsertal voldoende stille plekjes. Helemaal achterin het dal vind je het kleine plaatsje Baad. Het dal loopt hier dood, de machtige flanken van de hoogste berg van het dal, de Grosse Widderstein, dwingt je om te voet verder te gaan.
Waar het stil is, is het mooi
En dat is helemaal niet erg, want achter in het dal is het Kleinwalsertal op zijn mooist. De omronding van de Grosse Widderstein is wonderschoon, en een bezoekje aan de Widdersteinhütte kan zeker niet ontbreken. Daarnaast biedt dit gedeelte van Vorarlberg nog tal van andere mooie hikes. Het bekendst is misschien wel de Hoher Ifen, direct op de grens met Duitsland, en het Gottesackerplateau. Dit is bij uitstek de meest markante bergrug van het dal. Langs het plateau lopen prachtige wandelingen, maar voor degenen die niet zo ver willen lopen: het plateau is ook per gondel gemakkelijk te bereiken.
Nieuwsgierig?
Vorarlberg en zijn prachtige natuur, je kunt er geen genoeg van krijgen. Wie van wandelen en natuur houdt moet hier gewoon een keer zijn geweest. Wil jij ook zo’n mooi artikel voor jouw website, magazine of regio? Dat kan! Neem contact op en ervaar meer.