Beieren is de plek voor een vakantie in de natuur

Beieren is ongeveer dubbel zo groot als Nederland en kent een rijke natuur. Wie door de deelstaat rijdt, misschien op weg naar het warme zuiden, ziet het direct: uitgestrekte bossen, heuvels en prachtig meanderende dalen kenmerken het landschap. En eenmaal in het zuiden van de deelstaat aangekomen kun je om het mooiste natuurspektakel niet meer heen; want hier vormen de Beierse Alpen de natuurlijke grens met buurland Oostenrijk. De grote vraag is dus: waar sla je eigenlijk je tenten op in een land dat zoveel te bieden heeft? In dit artikel nemen we de Beierse Alpenketen en de uitlopers van de Alpen onder de loep, en leggen je uit waar je moet zijn.

De Beierse Alpen: meren, bergen en oneindig veel natuur

Voordat we de verschillende regio’s onder de loep nemen, beginnen we bij het begin. De Beierse Alpen zijn maar liefst 200 kilometer lang. De keten strekt zich uit van Berchtesgaden in het oosten, tot het Bodenmeer in het westen. Een enorme lengte dus. En hoewel de keten zeer langgerekt is, valt de breedte van het Duitse deel te overzien. Veel van de bergketens moet Beieren met buurland Oostenrijk delen.

De Beierse Alpen zijn echter behoorlijk divers en bieden voor iedereen die van natuur houdt wat wils. Er zijn verlaten dalen te vinden voor degenen die echt graag alleen willen zijn, of bergtoppen die perfect bij een beginnend wandelaar passen. Je vindt er gletsjers en steenbokken, maar ook prachtige meren en fantastische heuvellandschappen. En toch rijden we er veelal langs. Daar moet verandering in komen!

De Alpen in Beieren: 7 bergketens met fantastische uitlopers

Daarnaast is ook het voorland van de Alpen in Beieren de moeite waard. Deze regio is enorm uitgestrekt en is vooral bekend om zijn vele meren. Bekend zijn de regio’s rondom de Ammersee, de Starnberger See en de Chiemsee. Niet alleen nodigen deze meren uit voor een heerlijk frisse duik met blik op de bergketen. Er is rondom deze prachtige meren ook volop ruimte om te wandelen, te mountainbiken en om culturele uitstapjes te maken.

Beieren
De Ammersee laat zich vooral bij zonsondergang van zijn mooiste kant zien

De Berchtesgadener Alpen: koning Watzmann en de donkere bladzijde van Beieren

In het uiterste oosten van Beieren, direct aan de grens met het Oostenrijkse Salzburg, strekken de Berchtesgadener Alpen zich uit. Het is een bijzonder gebied: het herbergt namelijk het enige nationale park van de Beierse Alpen. Daarnaast is het de thuisbasis van de Watzmann en de Königssee. Koning Watzmann is beroemd; het is het icoon van de Berchtesgadener Alpen met zijn markante bergtop en hem beklimmen is alles behalve eenvoudig.

Beieren
De majestueuze Königssee gezien vanaf de Jenner

Berchtesgaden is echter meer dan alleen de Watzmann. Het nationale park strekt zich uit tot aan de grenzen van Oostenrijk en is de thuisbasis van onder andere de steenbok en de adelaar. De Königssee is een lust voor het oog en is het enige fjordachtige meer van west-europa. Er zijn honderden kilometers aan wandelpaden te vinden. Makkelijke routes, zoals in het Märchenwald (sprookjesbos) aan de Hintersee. Maar ook uitdagende bergwandelingen, zoals de beklimming van de Hochkalter. Dit is na de Watzmann de hoogste berg van het gebied.

Licht en donker

Toch is de recente geschiedenis van het Berchtesgadener land niet alleen maar rozengeur en edelweiss. Ten tijde van het derde rijk vormde dit gebied de uitvalsbasis van Adolf Hitler. Restanten uit die tijd zijn dan ook nog steeds te vinden. Het wereldberoemde adelaarsnest, Hitlers vakantieresort, is nog steeds op de top van de Kehlstein te bezoeken.

Gelukkig ligt die tijd achter ons en kunnen de Berchtesgadener Alpen zich weer van hun mooiste kant laten zien. Met afstand het mooiste dorp van de regio is het pittoreske Ramsau, gelegen tussen Berchtesgaden en Bad Reichenhall. Ramsau is een zogenaamd Bergsteigerdorf: hier wordt toerisme op een duurzame en traditionele manier bedreven

Beieren
Ramsau is misschien wel het mooiste dorp van de hele Beierse Alpen

De Chiemgauer Alpen: smalle dalen met groene toppen

We reizen verder naar het westen en laten het ruigere Berchtesgaden achter ons. Wie koers zet richting schaatswalhalla Inzell, ziet dat het landschap langzaam veranderd. De bergen worden lager en groener en het landschap wordt lieflijker. Dit is wat de Chiemgauer Alpen zo kenmerkt en waarom dit gebied zo geliefd is. Daarnaast heeft dit gebied nog een voordeel: doordat dit deel van de Duitse Alpen op ruime afstand ligt van de Beierse hoofdstad München, is het er niet zo druk als in andere gebieden.

Wie graag de hoogte opzoekt, zal zich in de Chiemgauer Alpen misschien niet op zijn gemak voelen. De hoogste berg, de Sonntagshorn, haalt de 2.000 meter niet. Fervente alpinisten zul je hier dus niet vinden, maar als je van wandelen en de natuur houdt ben je hier op zijn plek.

Wat veel mensen namelijk niet weten is dat het uitzicht vanaf veel van de bergtoppen in het gebied fenomenaal is. Naar het noorden kijk je uit over de uitgestrekte Beierse heuvels, met de Chiemsee als stralend middelpunt. Naar het zuiden heb je vrij zicht op de giganten van de Oostenrijkse Alpen. Zo kijk je recht op de toppen van het nationale park Hohe Tauern, die de thuisbasis zijn van zowel de Grossglockner alsmede de Grossvenediger.

Een waar natuurparadijs

De Chiemgauer Alpen strekken zich uit van Inzell in het oosten, tot aan Kufstein in het westen. De rivier de Inn vormt de natuurlijke grens van dit gebied. Zo kun je in de Chiemgauer Alpen op grote schaal je wandelhart ophalen. En voor de echte natuurliefhebber hebben de Chiemgauer Alpen nog meer in petto: natuurbescherming heeft namelijk een belangrijke plaats. Ruim 15.000 hectare wordt met veel zorg en liefde beschermd. Hier mag dus niet alleen de natuur zijn gang gaan, maar vind je ook als wandelaar absolute rust.

De Beierse vooralpen: land van meren en veelzijdigheid

Wie de Inn oversteekt vanuit het Chiemgauer land, wandelt direct naar het volgende pareltje van Beieren: de Beierse vooralpen. Een gebied dat zich uitstrekt tot aan Garmisch-Partenkirchen, de thuisbasis van het vierschanzentoernee aan de voet van de Zugspitze.

Zonsondergang op de Benediktenwand

Hoewel de Beierse vooralpen als één langgerekte keten gelden, worden ze dikwijls onderverdeeld in meerdere gebieden. Het bekendste en grootste gebied in de Beierse vooralpen is het Mangfallgebergte, dat zich vormt rondom de Schliersee en de Tegernsee. Verder naar het westen vind je het Estergebergte, dat met de Krottenkopf (2.086 meter) het dak van de Beierse vooralpen vormt. Daartussen vind je de Kocheler bergen, en de Benediktengroep.

Beieren en de vooralpen: het land van vele meren

De Beierse vooralpen kennen met afstand de grootste dichtheid aan meren van de hele Duitse Alpen. Het lijstje is zonder meer imposant te noemen: de Schliersee, de Spitzingsee, de Tegernsee, de Sylvensteinstausee, de Walchensee en de Kochelsee maken allemaal deel uit van de Beierse vooralpen. Daarnaast zijn er dieper in de bergen nog vele kleine meren te vinden.

Beieren
Uitzicht op de Schliersee

Hoewel smaken verschillen, gelden de Sylvensteinstausee en de Walchensee als de mooiste meren van het alpenvoorland. Het water in deze beide meren is zo kristalblauw, dat je het gevoel krijgt in de Caraïben te zijn. Beide meren vormen het uitgangspunt van prachtige wandelingen. Vooral vanaf de Walchensee starten bekende routes naar de Herzogstand en de Jochberg, met afstand de populairste bergtoppen van de Beierse vooralpen.

De Beierse vooralpen bieden eigenlijk voor iedereen wel wat wils. Er zijn verlaten dalen, zoals het Valepp dal en de Jachenau, waar geen bergbanen je naar de top brengen. Hier vind je vooral rust, prachtige dalen en heerlijke vergezichten. Wil je uitzicht, maar dan zonder veel inspanning? Probeer dan eens de wereldberoemde tandradbaan naar de top van de Wendelstein, of de Herzogstandbaan bij de Walchensee.

Beiers Canada: het Karwendelgebergte

In de Alpen zijn voldoende mooie plekken te vinden, maar heel weinig plekken kunnen tippen aan het Karwendel. Het is er ruig, bij tijd en wijle verlaten, maar vooral fantastisch mooi. Beieren deelt het Karwendelgebergte met buurman Oostenrijk. Ruim 80 procent ligt op Oostenrijkse bodem. Het kleinste deel ligt dus in Duitsland, maar ook dat gedeelte is meer dan de moeite waard.

Wie voor een aantal dagen het Karwendelgebergte wil verkennen, maar toch in de bewoonde wereld wil blijven, kiest over het algemeen voor de plaatsen Mittenwald, Krün en Wallgau. Wie dieper in het gebergte wil overnachten heeft nog keus uit het Duitse Vorderriss, het Oostenrijkse Hinterriss, of één van de meer dan 20 berghutten.

De grote Ahornboden, misschien wel de mooiste plek van de hele Alpen

De mooiste plek van Beieren en Oostenrijk?

Het Karwendelgebergte is zowel in Oostenrijk als in Beieren aangewezen als beschermd gebied. Slechts twee kleine nederzettingen zijn er te vinden. Verder mag de natuur gewoon zijn gang gaan. Wie met de auto vanaf Duitse zijde de kleine tolstraat naar het Oostenrijkse Hinterriss afrijdt, wordt al snel overweldigd. Langzaam doemen de reuzen van het Karwendel op, terwijl je koers zet richting de mooiste plek van het gebied: de Grosse Ahornboden, een alpine hoogvlakte vol met eeuwenoude esdoorns. Als in de herfst de bomen goudgeel kleuren weet je niet meer waar je moet kijken van verbazing.

Beieren
Beiers Canada: het Isardal. Credits: Karsten Würth, Unsplash

Verder naar het noorden baant in het Beierse gedeelte van het Karwendel een nog ruige Isar zich een weg door het landschap. Tussen Vorderriss en Wallgau is de misschien wel bekendste rivier van Beieren nog wild en ongetemd. Dit gedeelte wordt ook wel Beiers Canada genoemd, en dat is meer dan terecht. Kristalblauw water, groene naaldbossen en op de achtergrond de hoogste bergen van Beieren: ook in dit gedeelte van het Karwendel kun je je alleen maar verwonderen.

Het Wettersteingebergte: meer dan alleen de Zugspitze

Wie de smalle tolstraat door het Isardal afrijdt, op weg naar Wallgau, bevindt zich op een kruispunt van gebergtes. Kijkend naar het zuiden vanuit Wallgau, zie je aan je linkerhand de flanken van het Karwendel. Draai je je om, dan zie je de groene toppen van de Beierse vooralpen in het noorden. En kijk je naar rechts, dan zie je niet alleen het uitgestrekte Werdenfelser land, maar ook het Wetterstein massief: dit is de thuisbasis van de hoogste berg van Duitsland, de Zugspitze.

Beieren
Het Höllental, met op de achtergrond de hoogste berg van Duitsland

De wereld in het Wetterstein gebergte draait voornamelijk om de Zugspitze, en toegegeven: het is een absoluut imposante berg die iedere alpinist eens beklommen moet hebben. Beroemd is ook de Jubiläumsgrat, een graadwandeling die je van de Zugspitze naar de Alpspitze voert. Tochten die je alleen doet als je op grote hoogte weet wat je doet.

Het Wetterstein gebergte is de thuisbasis van de Duitse alpinist. Door de ruigheid van het gebied zijn vele toppen alleen gezekerd te bereiken. De Riffelspitze, Alpspitze en de Wettersteinspitze zijn toppen waar bij de fervente bergbeklimmer zijn of haar hart sneller gaat kloppen.

Maar toch kun je hier ook goed aan je trekken komen als je minder gebrand bent op Adrenaline. Rondom Garmisch-Partenkirchen zijn er voldoende bergbanen die je naar boven brengen. De Höllentalklamm en de Eibsee, die direct aan de voet van de Zugspitze ligt, zijn absolute aanraders voor mensen die gewoon in alle rust van de natuur willen genieten.

De lievelingsplek van de voormalig koning van Beieren: de Ammergauer Alpen

De laatste koning die Beieren heeft gekend had als bijnaam de Märchenkönig, de sprookjeskoning. Koning Ludwig de tweede heette hij, en hoewel weinigen meer weten hoe hij Beieren in zijn tijd heeft bestuurd, kent iedereen zijn naam. De reden is simpel. Ludwig hield van de bergen en hij hield van pracht en praal. Zo zijn er in de tijd dat hij leefde, tussen 1845 en 1886 meerdere kastelen en berghutten in zijn naam gebouwd. De bekendste daarvan zijn slot Herrenchiemsee, slot Neuschwanstein en slot Linderhof.

Blik op de Plansee vanaf de hoogste top van de Duitse Ammergauer Alpen, de Kreuzspitze

Ludwig hield van het Ammergauer land. Het is dus niet verwonderlijk dat hij hier Neuschwanstein en Linderhof heeft laten bouwen. En wie geeft hem eens ongelijk: wie voet zet in de Ammergauer Alpen weet direct waarom de toenmalige sprookjeskoning zich zo aangetrokken voelde tot dit gebied. De Ammergauer Alpen zijn rustig en onaangetast, en dat kon de koning wel bekoren. Het is er zelfs zo rustig, dat niet alleen koningen zich hier thuis voelen. Zo werd er in 2006 een bruine beer gespot in de dichte bossen van het Ammergauer land.

Slot Linderhof is een pareltje middenin de bergen

Wandelen middenin de natuur

Voor de wandelaar die van eenzaamheid houdt, en er niks op tegen heeft wat meer hoogtemeters te overbruggen, zit in de Ammergauer Alpen op zijn plek. Wie vanaf Ettal koers zet richting het zuiden, over de Linderhofer Strasse, ziet links en rechts kleine parkeerplaatsen. Vanaf hier starten prachtige wandelingen. Bekend zijn de wandelingen naar de Laubeneck en de Brunnenkopf. De meer doorgewinterde wandelaar kiest misschien liever voor de Kreuzspitze of de Geierköpfe, waarvoor het betere klim- en klauterwerk gevraagd is.

Zo blijven de Ammergauer Alpen tot de dag van vandaag fantastisch mooi, maar toch rustig, mede dankzij gedegen natuurbescherming. De laatste koning van Beieren kan er helaas niet meer van genieten: Ludwig de tweede verdronk op mysterieuze wijze in 1886 in de Starnberger See.

De Allgäuer Alpen: slotstuk van een langgerekt natuurwonder

In dit artikel hebben we de Beierse Alpen van Oost naar west doorkruist. Inmiddels zijn we bij het meest westelijke gebergte van Beieren aangekomen: de Allgäuer Alpen. De Algäuer Alpen vormen het slotstuk van het langgerekte natuurwonder dat zich de Beierse Alpen noemt.

De Allgäu begint ten westen van Füssen en strekt zich uit tot aan de Bodensee. Het hart van de Allgäu bevindt zich echter rondom de plaats Oberstdorf. Omgeven door de beschermde Allgäuer Hochalpen, de Hoher Ifen en de Nagelfluhkette waan je je hier in het natuurlijke paradijs.

Oberstdorf en het aangrenzende Kleinwalsertal zijn zowel in de zomer als winter populaire vakantiebestemmingen. In de winter kun je over 130 kilometer piste ontspannen naar beneden zoeven. Jaarrond brengen tientallen bergbanen je snel naar boven, waar je heerlijk kunt wandelen.

Deze regio is dus ideaal voor gezinnen of beginnende wandelaars, maar ook de wat doorgewinterde alpinist komt hier goed tot zijn recht. Oberstdorf is niet voor niets het startpunt van de welbekende langeafstandsroute E5, een alpenovertocht die je dwars door de bergen naar het Italiaanse Meran voert.

De Schrecksee is misschien wel de mooiste plek in de Allgäuer Alpen

De mooiste plek van de Allgäu en van Beieren

De misschien wel bekendste plek in de Allgäuer Alpen, en misschien ook wel mooiste plek van heel Beieren, is het gebied rondom de Schrecksee. Dit meer ligt prachtig ingesloten tussen de groene bergen van de Allgäu en is werkelijk een lust voor het oog. Schoonheid heeft weleens een prijs, en ook bij de Schrecksee is dat een beetje het geval. Het meer is inmiddels ontdekt door de Instagram-community, met alle gevolgen van dien. Wie toch met respect voor de natuur en in alle rust van deze prachtige plek wilt genieten, plant zijn wandeling buiten het hoogseizoen en doordeweeks.

Nieuwsgierig?

Zoals je hebt kunnen lezen zijn Beieren en de Beierse Alpenketen een waar natuurspektakel. Wie van wandelen en natuur houdt moet hier gewoon een keer zijn geweest. Wil jij ook zo’n mooi artikel voor jouw website, magazine of regio? Dat kan! Neem contact op en ervaar meer.