Tirol is alom bekend en heeft een ware aantrekkingskracht op de Nederlandse toerist. Vooral in de winter stromen het Zillertal, het Ötztal en Westendorf vol met Nederlanders. Logisch, want in deze gebieden kun je over de mooiste pistes naar beneden zoeven. Je zou zeggen dat deze Oostenrijkse provincie voor de Nederlandse toerist geen geheimen meer kent, maar dat is niet helemaal waar. Vooral in het noorden van de provincie vind je nog plekken, die nog redelijk onontdekt zijn. Wij nemen je mee naar deze plekken en laten je zien waar je het beste kunt vertoeven.
Het noorden van Tirol, gebergtes op de grens met Beieren
Het noorden van Tirol grenst voor een groot gedeelte aan de Duitse deelstaat Beieren. Verschillende bergketens zorgen voor een natuurlijk barrière, die slechts sporadisch door een kronkelende bergweg worden doorklieft. De meeste gebieden in het noorden van de deelstaat staan niet bekend om massatoerisme. Hier vind je over het algemeen kleinschaligere skigebieden, minder gondels en meer beschermde natuur.
Als je geeft om de natuur en graag wat meer rust wilt tijdens je vakantie, dan is dit gedeelte van Tirol dus de plek bij uitstek om je kampen op te slaan. Maar waar te beginnen als je kunt kiezen uit de Tiroler Chiemgau, de Wilder Kaiser, De Brandenberger Alpen, het Karwendel, het Wettersteingebergte en de Tannheimer- en Vilsalpseebergen? In dit artikel nemen we een deel van deze regio’s onder de loep en leggen je uit waar je heen kunt gaan.
De Wilder Kaiser, de ruigste plek van Tirol
We beginnen met een gebergte dat bekend is onder veel Nederlanders. De Wilder Kaiser is namelijk een gebergte die je bijna niet kunt missen op weg naar de wintersport. Wie in Fieberbrunn of Kitzbühel gaat skiën, wordt bijkans overweldigd van het uitzicht op deze bergketen.
De Wilder Kaiser is een beschermd gebied, en dat is maar goed ook. Aan de voet van het gebergte liggen de plaatsjes Ellmau, Going, Scheffau en Söll. Deze plaatsen vormen de uitgangsbasis van de vele wandel- en klimliefhebbers die in het Kaisergebergte hun hart ophalen.
Wie een blik op de wandelkaart werpt, merkt al snel dat de vele bergtoppen die de Wilder Kaiser kent, alleen voor gevorderde bergbeklimmers te bedwingen zijn. De hoogste berg van het gebied, de Ellmauer Halt, kent bijvoorbeeld enkele moeilijke passages waarvan een doorgewinterd klimmershart sneller gaat kloppen.
Toch kun je hier ook als gemoedelijke wandelaar aan je trekken komen. In het gebied liggen vele mooie berghutten die goed te bereiken zijn. De Gruttenhütte is hiervan een mooi voorbeeld. Gelegen op de flanken van de Karlspitze, biedt deze hut een fantastisch uitzicht over Tirol.
Mocht het je toch allemaal te veel zijn in de Wilder Kaiser, dan bieden de omliggende gebieden uitkomst. Zo is het bijvoorbeeld goed toeven aan de Walchsee, iets ten noorden van de Wilder Kaiser in de Tiroler Chiemgau. Wil je toch liever met de stoeltjeslift omhoog, dan is St. Johann in Tirol, op een steenworp afstand, een hele goede optie.
De Brandenberger Alpen en het Rofangebergte
We schuiven verder op naar het westen van Tirol en steken de Inn en het gelijknamige Inndal over. Prompt bevinden we ons in de Brandenberger Alpen. De Brandenberger Alpen vormen een uitgestrekt gebied die begint bij Kufstein in het oosten, vervolgens overgaat in het Rofangebergte en uiteindelijk eindigt aan de Achensee in het westen.
De Brandenberger Alpen zijn het beste te bereiken vanuit het Inndal, maar verder zijn er maar weinig mogelijkheden om met de auto dieper in het gebergte door te dringen. En dat is maar goed ook, want zo behouden de Brandenberger Alpen zijn oorspronkelijke karakter.
Kleine dorpen in verlaten dalen
Toch zijn er een aantal kleine dorpen te vinden in het gebergte. Steinberg am Rofan, alleen te bereiken vanaf de Achensee, ligt aan een doodlopende weg, en wordt niet voor niets het mooiste einde van de wereld genoemd. Hier starten tal van mooie wandelingen. Echte aanbevelingen zijn de tocht naar de top van de Vorderunnutz en de Guffertspitze.
Hoe verder je naar het noorden gaat in dit gebied, hoe moeilijker het is deze gebieden vanuit Oostenrijk te bereiken. Dat is natuurlijk geen ramp, zolang je in het Duitse Beieren bent. Vanuit de Beierse Vooralpen wandel je namelijk in een mum van tijd de grens over. De top van de Österreichischer Schinder is bijvoorbeeld een hele mooie hike, en is alleen vanuit het Beierse Valepp te bereiken.
Zo vormen De Brandenberger Alpen en het Rofangebergte de meest onontdekte gebieden van Tirol. Ideaal dus voor de avonturiers die zin hebben een aantal hidden spots beter te leren kennen.
Het Karwendelgebergte, ontdek de desolate kant van Tirol
Het Rofangebergte verlaten we door aan de oevers van de Achensee de oversteek te wagen. Het welbekende Pertisau vormt de toegangspoort naar één van de mooiste gebergtes van de Oostenrijkse Alpen: het Karwendelgebergte.
Het Karwendel is ruig en desolaat. Doordat het gehele gebied beschermd is, vormt het meteen het grootste natuurpark van Tirol. Een klein deel van het Karwendelgebergte ligt in het Duitse Beieren. Het overgrote deel ligt echter in Oostenrijk. Doordat het gebied beschermd is, zijn er maar weinig dorpen direct in het gebied te vinden. Het enige dorp in het gebied, Hinterriss, is daarnaast alleen vanuit Duitsland te bereiken.
Het Karwendelgebergte leent zich uitstekend voor meerdaagse huttentochten. Dat is niet zo vreemd, omdat er verder weinig andere mogelijkheden zijn om dieper in dit gebied door te dringen. De meest klassieke huttentocht begint op de Große Ahornboden en loopt via de Falkenhütte en het Karwendelhaus naar het plaatsje Scharnitz. Het is een prachtige en niet al te moeilijke tocht, die je langs de mooiste plekken van het gebied voeren.
Het mooie aan de het Karwendelgebergte is dat er tal van opties zijn om je huttentocht vorm te geven. Zo kun je ook kiezen voor meer uitdaging. Een tour door het meest verlaten gedeelte van het Karwendel, het Vomperloch, en een overnachting in het Hallerangerhaus is een absolute aanrader. De beklimming van de Birkkarspitze de volgende dag vormt dan het hoogtepunt van een meerdaagse tocht door dit gedeelte van Tirol.
Het Wettersteingebergte en de Mieminger Kette
Dat Tirol een ongekende veelvoud aan gebergtes kent, bewijzen het Wettersteingebergte en de Mieminger Kette. Het Wettersteingebergte is ook aan de Oostenrijkse zijde bekend vanwege de Zugspitze. Vanuit Ehrwald ben je met de Tiroler Zugspitzbahn in een handomdraai op één van de bekendste bergen van deze regio.
Iets verder naar het zuiden vind je dan de Mieminger Kette, een klein maar toch imposant gebergte. In het zuiden vormt het inndal de natuurlijke grens van dit gebergte. In het oosten grenst dit gebergte aan het welbekende Karwendelgebergte. De Mieminger Kette kent een aantal imposante bergtoppen, waarvan de Drachenkopf misschien wel de bekendste is. Aan de voet van de Drachenkopf liggen de bekendste meren van dit gebergte, namelijk de Seebensee en de Drachensee. Deze meren worden jaarlijks door vele duizenden wandelliefhebbers bezocht.
De Allgäuer Alpen, de Vilsalpseebergen en de Tannheimer Bergen
Op de grens met Beieren, Vorarlberg en Tirol zorgen de Allgäuer Alpen voor een natuurspektakel die zijn weerga niet kent. Groene alpenweides, afgewisseld met kristalblauwe bergmeertjes en iconische bergtoppen. Wie in de Allgäuer Alpen op pad is, merkt al snel dat grenzen vervagen. Zo ben je de ene keer in Oostenrijk en dan weer in Duitsland.
We richten ons echter op het Oostenrijkse gedeelte en komen tot de conclusie dat het hier ook al zeer goed toeven is. Ten westen van het plaatsje Reutte doemen al snel de Tannheimer en Vilsalpsee bergen op. Deze twee bergketens sluiten naadloos aan op het Oostenrijkse gedeelte van de Allgäuer Alpen.
Misschien wel de bekendste plek in dit gebied is de Vilsalpsee. Vanuit het nabijgelegen Tannheim is het niet ver naar het meer, waar je met de auto kunt parkeren. Vanaf daar kun je dieper het gebied in wandelen. Een rondje langs het meer bijvoorbeeld, of naar de Landsberger Hütte voor degenen die graag wat langer willen lopen.
Actie en avontuur in Tirol
Vanaf de Landsberger Hütte heb je de mogelijkheid om nog verder het gebied in te wandelen. De Vilsalpseebergen gaan namelijk naadloos over in de Allgäuer Alpen, een bergketen die Tirol deelt met zijn Duitse buurman beieren. Populaire plekken vind je hier volop, met de Schrecksee als absoluut hoogtepunt.
Dieper in het gebergte, als de meeste dagjesmensen allang weer vertrokken zijn, kan de doorgewinterde alpinist zijn hart ophalen. De Heilbronner Höhenweg wacht hier op je. Via ladders en staalkabels baan je je een weg door het mooiste gedeelte van de Allgäu, en misschien wel van heel Tirol. Mocht je dan aan het einde nog energie overhebben, dan mag je de hoogste berg van de Tiroler Allgäu, de Hohes Licht, zeker niet overslaan.